Audiotours moeten geen vanzelfsprekendheid zijn

Voor Trouw schreef ik over iets dat me al langer dwars zat: hoe audiotours de ervaring van het museumbezoek voor alle bezoekers beïnvloeden, en niet bepaald op een prettige manier.

‘Welkom’, zegt een stem in mijn oor. De stem stelt zich voor, en legt uit dat wij, de stem en ik, de komende tijd samen door de tentoonstelling zullen lopen. De stem houdt me voor de gek: ik, de museumbezoeker, ben degene die loopt. De stem zit opgeslagen in een draagbaar apparaatje voorzien van een scherm, bedieningsknopjes en een koptelefoon: een audiotour.

De eerste audiotour werd in 1994 in Amsterdam binnengehaald als een futuristische gadget. Rijksmuseumdirecteur Henk van Os sprak bezoekers direct toe in een koptelefoon bij ‘Gebed in schoonheid’, een tentoonstelling over middeleeuwse schilderijen en beelden die moesten aanzetten tot gebed. De recensent van NRC Handelsblad noemde het ‘een Europese primeur, want door het cijfer van het desbetreffende object in te toetsen bepaalt de bezoeker zijn eigen kijk- en luisterroute’.

Dertig jaar later is er voor elke tentoonstelling en voor de vaste collecties van de meeste Nederlandse musea een aparte audiotour beschikbaar. Die wordt meestal aangeboden als een extra dienst, het is geen verplichting. In een enkel geval, zoals bij het Van Gogh Museum, moet je er zelfs voor betalen.

Voorop gesteld: Ik begrijp dat als je niet elke week naar een museum gaat, het prettig is om houvast te krijgen aan een gids. Maar ik denk dat je die audiotour beter zo ver mogelijk van de kunst vandaan kunt houden.

Kletspodcasts

Het begint bij de inhoud. Anders dan bij een geschreven tekst, die de meeste bezoekers snel diagonaal kunnen scannen op woorden die hen interesseren, heeft de luisteraar bij een audiotour geen idee wat de stem gaat vertellen. Je geduld wordt dus op de proef gesteld. Vooral bij de wat lossere versies van het genre, waarbij de audiotour meer op een interview lijkt, nemen de sprekers soms alle tijd van de wereld. Net als in de kletspodcasts, die het vooral goed doen bij forenzen in de file of in het ov.

Maar museumbezoekers staan niet in de file, ze staan bij een of meer echte, unieke kunstwerken in een museum. Daar is ook genoeg ruimte om informatie op een andere manier aan te bieden. Waarom kiest een museum dan voor een audiotour in plaats van een tekstbordje?

Sommige mensen luisteren liever naar een stem dan een tekst te moeten lezen, en sommigen hebben moeite met lezen. Maar de stem in een audiotour doet meer. Die geeft ook een persoonlijke toon aan een verhaal. Musea lijken te denken dat de bezoeker daar behoefte aan heeft.

Daar klinkt de directeur in mijn oor

Zo denkt het Stedelijk Museum in Amsterdam dat als ik naar het museum kom voor de kunst, ik eigenlijk de directeur wil horen. Bij de huidige tentoonstelling van Miriam Cahn in het Stedelijk klinkt opeens directeur Rein Wolfs in mijn oor. Hij weet zich tussen mij en de aangrijpende en soms verontrustende schilderijen van de Zwitserse kunstenaar te plaatsen. Sterker nog: iedere keer dat ik nu aan het werk van Cahn denk, zweeft Wolfs daar in de buurt. Dat is een verwarrend beeld, zo kan ik u vertellen.

Het Rijksmuseum heeft geen directeursstem meer in de koptelefoons, wel laat het geregeld mensen van buiten de kunstwereld de audiotour inspreken. Waarschijnlijk omdat ze denken zo een breder publiek bij de kunst te betrekken.

Zo kon je Jort Kelder al eens horen praten over de rijkdom die de geportretteerden op de schilderijen lieten zien, en sprak acteur Tom Waes vorig jaar de audiotour in bij de Frans Hals-tentoonstelling. Zo’n aanpak staat of valt bij de oprechtheid. Helaas is meestal van mijlenver te horen dat de BN’er ook gewoon een door het museum geschreven tekstje voorleest.

Waardevolle toevoeging

Er zijn natuurlijk uitzonderingen. Soms kan het museum mensen aan het woord laten die direct betrokken zijn bij het kunstwerk. Er was in het Amsterdamse stadsarchief bijvoorbeeld eens een tentoonstelling met foto’s van Ed van der Elsken uit de jaren zestig en zeventig. De samenstellers hadden die mensen op de foto’s opgespoord en nu aan het woord gelaten. Dat was een waardevolle toevoeging bij de historische kant van de foto’s. Maar anderzijds gaat daarmee het eigen verhaal dat de toeschouwer bedacht had, of had kunnen bedenken bij het kunstwerk, verloren. Zoals ook gebeurt bij een boekverfilming.

Holle blik en botsingen

Er moet ooit, nog voor 1994, iemand zijn geweest die dacht dat mensen tijdens het luisteren naar de stem op hun koptelefoon beter naar het kunstwerk zouden kijken. Een begrijpelijke theorie. Maar de ervaring leert dat de gemiddelde museumbezoeker tijdens het luisteren niet in staat is om iets anders te doen. Bewegen gaat niet of nauwelijks. De blik wordt hol. Communiceren met de buitenwereld is onmogelijk geworden. Botsingen zijn onvermijdelijk.

Anders dan bij muziek, film en toneel kan de toeschouwer in een kunstmuseum zelf bepalen hoe lang-ie naar een kunstwerk kijkt. Soms kan dat vijf seconden zijn, soms een kwartier. Audiotourluisteraars staan vaak lang dichtbij een schilderij. Soms kijken ze inderdaad naar het kunstwerk, veel vaker zijn ze vergeten waar ze staan omdat ze te druk zijn met luisteren. En helaas hebben ze dan niet door dat er andere bezoekers zijn die naar het schilderij willen kijken.

Niet verwonderlijk dus dat het Rijksmuseum bij de Vermeertentoonstelling in 2023 besloot géén audiotour in de tentoonstelling aan te bieden. Dat zou de doorstroming alleen maar verhinderen. Wel waren er alternatieven voor bezoekers die meer wilden weten. Naast de catalogus had het museum podcasts opgenomen, oftewel uitgebreide interviews met experts. Net als de meeste ‘gewone’ audiotours kon je die rustig vooraf of achteraf thuis of onderweg beluisteren. Grote bonus: dat luisteren kon je samen doen.

Samen kijken

En daarmee kom ik bij het grootste bezwaar tegen de audiotour. Naast de soms uiterst persoonlijke emoties en gedachten die je in je eentje bij een kunstwerk kunt ervaren, hoort bij een museumbezoek ook het plezier van het samen kijken en praten over wat je ziet, weet en denkt. Museumbezoek is een sociale activiteit.

Kunst komt tot leven dankzij de toeschouwers, kunst is immers gemaakt om gezien te worden en indrukken achter te laten. Zolang alle aanwezigen een verschillend deel van de audiotour horen, is het onmogelijk om onderling te reageren op de kunst, op de gesproken tekst of, stel je voor, op elkaar.

Wat mij betreft zijn de audiotours vanaf nu alleen nog maar online te zien, voorzien van foto’s uit de tentoonstelling. Dat voorkomt botsingen en gedrang en het verhoogt de sfeer bij de kunstwerken. Mensen zijn al zo vaak van hun omgeving afgesloten door hun telefoons, tablets en koptelefoons.

Kunst kan grote en diepe emoties oproepen, van geluk en verdriet, humor en wanhoop. Stop die emoties niet langer weg achter een koptelefoon en laat het weer rumoerig zijn in de ruimte die is gevuld met unieke beelden waar kunstenaars hun ziel en zaligheid in hebben gestoken. Dat ‘Gebed in schoonheid’ uit 1994 is inmiddels echt wel verhoord. Nu is het weer tijd voor leven in het museum.

Tips voor als je wél de audiotour wil gebruiken

– Kijk ruim vóór het museumbezoek op de website. Soms staat daar de audiotour al klaar. Die kun je dus vooraf al beluisteren.
– Sommige audiotours die je op een mobiele telefoon kunt beluisteren bevatten de optie de uitgeschreven tekst op het scherm te krijgen. Dat scheelt een hoop tijd.
– Sommige musea, zoals Kunstmuseum Den Haag, het Groninger Museum en het Dordrechts Museum, gebruiken een externe app waarop de audiotour te beluisteren is. Handig om die voordat je in het museum staat al op je telefoon te hebben staan.
– Ook musea in het buitenland bieden audiotours aan, vaak met beeld. Zo waan je je even in Londen, New York, Wenen of Buenos Aires. In het Engels en Vlaams heeft men het trouwens meestal over een audio guide.
– Op de website artsandculture.google.com zijn allerlei interactieve experimenten van musea wereldwijd te vinden.
– Boek een levende gids. Iemand die, liefst zonder koptelefoon, vertelt over de kunst en die je ook vragen kunt stellen. En die zo af en toe misschien een grapje maakt waarom iedereen kan lachen.


Posted

in

by

Tags: