Encore Delacroix? De meester van de 19e eeuw in het Louvre

(Verschenen in De Groene, 2 mei 2018)

Er was nauwelijks een kunstenaar in de tweede helft van de negentiende eeuw die Eugène Delacroix niet als voorbeeld zag. Het was tijd voor een tentoonstelling.

Als het Vincent van Gogh weer eens tegen zat, troostte hij zichzelf met de gedachte dat zelfs Delacroix afwijzingen kreeg. Zelfs Delacroix. De kunstenaar die Van Gogh in één adem noemde met Rembrandt, een genie dat de werkelijkheid verbeeldde zoals die werkelijk was, dat als geen ander wist hoe je kleur moest gebruiken. Al in 1846 noemde Baudelaire hem ‘de laatste uitdrukking van vooruitgang in de kunst’. Later vielen Édouard Manet en Constantin Guys de dichter wat tegen, Delacroix zou Baudelaire’s grote voorbeeld blijven. Er was nauwelijks een kunstenaar in de tweede helft van de negentiende eeuw die Delacroix niet als voorbeeld zag.

Lit défait. Eugène Delacroix, 1825-28.

En nu? Drie, maximaal vier schilderijen bleven hangen in het collectief geheugen, staan in kunsthistorische overzichten, met als nummer één La Liberté guidant le peuple uit 1830, met die halfnaakte Marianne die het volk achter haar de weg over de lijken toont, de Franse driekleur in de hand. Zijn bekendste doeken zijn in het bezit van het Louvre en zijn daar ook te zien, verspreid, omdat sommige doeken zo groot zijn dat ze in de Grande Galerie moeten hangen. Ook Delacroix’ papieren, aantekeningen, schetsen en dagboeken vallen onder het beheer van het museum, en zijn voor een deel te zien in het voormalige woonhuis van de kunstenaar.

Lees verder op de site van de Groene (voor abonnees)

Nederlanders in Parijs

Meer dan duizend Nederlandse kunstenaars woonden in de negentiende eeuw korte of langere tijd in Parijs. De invloed van die stad en de wisselwerking met andere kunstenaars wordt de komende maanden zichtbaar in een tentoonstelling in Amsterdam.

Monument voor François Arago door Jan Dibbets, bij het Observatoire de Paris. Foto JdW

Het grootste kunstwerk van Parijs zie je alleen als je weet dat het er is. En waar. Onder een tafeltje van Café de Flore aan de Boulevard Saint Germain, op steentjespaden van het Jardin du Luxembourg, zelfs in het Louvre kan je kleine bronzen plaquettes vinden met ‘Arago’ erop. In 1994 plaatste de Nederlander Jan Dibbets (1941) dit ‘denkbeeldig monument’ van 135 bronzen plaquettes over de hele noord-zuidas van Parijs ter nagedachtenis aan François Arago (1786-1853), de Franse natuurkundige, astronoom en politicus. Die berekende in 1804 door hoe de nulmeridiaan vanaf Parijs over de rest van de wereld liep – waarbij hij en passant ontdekte dat de meter zoals die in 1795 was vastgesteld op basis van die meridiaan, 0,2 milimeter te kort was. Bepalend voor het nulpunt was het observatorium aan de zuidkant van Parijs geweest, van waaruit Arago later persoonlijk de hemellichamen zou bestuderen. Continue reading Nederlanders in Parijs

Prints in Paris rond 1900 – voor de elite én voor de massa

‘Tiens, mon ancien cocher!’ (Verhip, mijn vroegere koetsier!) Le Rire, 23 mei 1896

Lang keken musea neer op de affiches van Toulouse-Lautrec en Charles Chéret. In het Van Gogh Museum is nu te zien hoe het Parijse publiek, de elite én de massa, rond 1900 in Parijs in de ban raakte van deze prentkunst

(gepubliceerd in Trouw, 8 maart 2017)

De verzamelaar houdt de prent liefdevol vast, dichtbij zijn gezicht, alsof de details zo beter tot hem doordringen; hij koestert het papier. Die verzamelaar is dr. Aegidius Timmerman, Jan Toorop portretteerde hem rond 1900. En we zijn, zo lijkt het, bij hem thuis, in zijn werkkamer, waar hij normaal gesproken geen vreemden zou toelaten: naast zijn portret staat een rijk versierde notenhouten kast waar de makers meer dan een jaar aan werkten. Er staan boeken in, maar het draait allemaal om dat wat er achter de klep wordt opgeborgen, een klep versierd met twee naakte vrouwen die met een drukpers in de weer zijn: zijn prentenverzameling. En die was privé. Continue reading Prints in Paris rond 1900 – voor de elite én voor de massa

Poppendokter Rodin

screen-shot-2017-01-09-at-21-10-46In Groningen opent vandaag een grote tentoonstelling over het werk van Auguste Rodin. Hier gaat het nu eens niet over zijn liefdesleven, maar vooral over zijn technische zoektocht naar de juiste vorm in zijn beelden.

(verschenen in Trouw, 19 november 2016)

De rug van De Denker zit vol hobbels en kuilen, de borsten van de uitgestrekte vrouwenbuste ernaast voelen fluweelzacht aan – en dit zijn nog maar plastic kopieën. De grote Rodintentoonstelling in het Groninger Museum begint met een apart ‘aanraakgedeelte’. Daar mag je beelden niet alleen met je ogen, maar ook met je handen aftasten. Continue reading Poppendokter Rodin

Terroristenfoto’s: ook tijdens de Commune al een strijdpunt

Pagina uit album 'Paris incendié, 1871', anoniem, collectie BNF
Pagina uit album ‘Paris incendié, 1871’, anoniem, collectie BNF

Franse media plaatsen niet langer foto’s van terroristen. Ook in vorige eeuwen bestond de angst dat zulke beelden geweld uitlokken.

‘Verzet tegen de haatstrategie’ kopte Le Monde op haar opiniepagina, de dag na de aanval in de kerk in Saint-Etienne-du-Rouvray. Portretten van terroristen beeldt de Franse krant niet meer af, en ook over de identiteit van de daders wordt zo sober mogelijk bericht.
Continue reading Terroristenfoto’s: ook tijdens de Commune al een strijdpunt

Nadar en zijn Géant

Nadar le Grand. Uit het Journal Amusant van 28 december 1861
Nadar le Grand. Uit het Journal Amusant van 28 december 1861

Fotograaf, journalist en uitvinder Nadar zou in 1865 met zijn reusachtige luchtballon vanaf Amsterdam opstijgen. Het liep uit op een teleurstelling.

(eerder verschenen in Trouw, 10 mei 2016)

Zo’n vijftigduizend mensen hadden zich op maandagmorgen 11 september 1865 verzameld bij het Amsterdamse Paleis voor Volksvlijt. Ze verwachtten een spektakel: de beroemde fotograaf-uitvinder Nadar, pseudoniem van Gaspard-Félix Tournachon, zou er die middag opstijgen met zijn reusachtige luchtballon ‘Le Géant’, de reus. De Nieuwe Rotterdamsche Krant had een jaar eerder bericht over hoe het gevaarte in Brussel te zien was geweest. Dat er een garnizoen van ‘vijfhonderd soldaten’ nodig was geweest om de ballon van 10 tot 4 uur ‘s middags vast te houden terwijl hij langzaam met gas werd gevuld. Die ballon vertrok pas om half zeven ‘s avonds, met aan boord een aantal betalende gasten en zo’n vijftig exemplaren van een gedichtenbundel van Victor Hugo met anti-keizerlijke lading ‘om over Frankrijk uit te strooien’. Continue reading Nadar en zijn Géant

Kogels door de spiegel – Charlie Hebdo en de verwarring van het beeld

Verschenen in Trouw, 12 januari 2015
Verschenen in Trouw, 12 januari 2015

De bloedige aanslag op de redactie van Charlie Hebdo werd gepleegd vanwege een hardnekkig misverstand over de betekenis van tekeningen.

Het lijkt onbegonnen werk om verheven beweegredenen te zoeken achter de mensen die afgelopen woensdag zo’n barbaarse daad verrichten – het was immers blinde, barbaarse haat.
Maar dat de terroristen juist kozen voor de redactie van een tijdschrift dat cartoons verspreidde, tekeningen met een paar woorden, in plaats van, bijvoorbeeld, een ‘serieuze’ krant met commentaar op het handelen van (strenge) moslims, heeft wel een reden. Het afbeelden van hun profeet, Mohammed, is niet toegestaan volgens de aanslagplegers – en juist dat gebeurde regelmatig in Charlie Hebdo. Het tijdschrift stond daarom al jaren hoog op hun dodenlijst. Continue reading Kogels door de spiegel – Charlie Hebdo en de verwarring van het beeld

Prachtige werken, geen impressionisme

Gepubliceerd in Trouw, 28 juni 2012

Hollandse meesters in fotografie maken toonaangevende boeken

Gepubliceerd in Trouw, 16 november 2011

De permanente verleden tijd van Parijs

Gepubliceerd in Trouw, 28 september 2010