Kunstkritiek in Nederland

Nav het voltooien van de boekenserie Kunstkritiek in Nederland maakte Isabel Baneke voor Trouw (15 sept 2017) een inventarisatie van de verschillende soorten kunstkritiek. Ik mocht ook een bijdrage leveren.

Iedereen kan bloggen over kunst, tot ergernis van de traditionele kunstcritici

 DOOR ISABEL BANEKE

Kunstkritiek, daar kun je over nadenken. En je zorgen over maken, of er zelfs een omvangrijke serie boeken over maken. Peter de Ruiter, kunsthistoricus aan de Rijksuniversiteit Groningen, doet het allemaal. Vandaag presenteert hij in het Amsterdamse Rijksmuseum het laatste deel van ‘Kunstkritiek in Nederland 1885-2015’ tijdens een symposium.

 In die elfdelige boekenreeks, die met steun van het Prins Bernhard Cultuurfonds tot stand kwam, onderzoekt hij met dertien kunsthistorici de geschiedenis en waarde van de Nederlandse beeldende kunstkritiek. Vele duizenden kunstjournalistieke teksten namen de auteurs voor het enorme naslagwerk onder de loep. Ook interviewden ze nog in leven zijnde critici.

In het Groninger Museum geeft hij tekst en uitleg, bij een verzameling toeters van koper en staal gemaakt door ontwerper Maarten Baas. Er klinkt een onverstaanbaar gemurmel uit, het zijn ‘roeptoeters en spreekbuizen’, die samen de kakofonie van meningen in deze tijd symboliseren. De Ruiter ziet ook overeenkomsten met conceptueel kunstenaar Marcel Duchamp, zegt hij.

Mensen zonder kunsthistorische bagage kunnen moeilijker relaties leggen met andere kunstenaars of stromingen. “En dat is prima”, zegt De Ruiter. “Maar ben je geïnteresseerd in kunst, wil je Baas leren begrijpen en je in zijn werk verdiepen, dan heb je een geschoolde kunstcriticus nodig om jouw kijken te sturen.”

Die traditionele kunstcriticus heeft concurrentie gekregen. Op onder meer Facebook, Instagram en YouTube zijn talloze ‘kunstrecensies’ te vinden. Van websites beheerd door ongeschoolde kunstliefhebbers als cultypleasure.nl, tot trendbeheer.com van twee kunstenaars en een viertal jonge kunsthistorici die op kunstmeisjes.com losjes over tentoonstellingen schrijven: op internet is iedereen kunstcriticus.

Alarmbel

De Ruiter grijpt het symposium van vandaag aan om de alarmbel te luiden. In de afgelopen twee decennia is het aantal kunstrecensies in kranten en tijdschriften flink teruggelopen, en de weinige oordelen die de pagina’s sieren, worden almaar korter. “Dat is een probleem”, stelt de hoofdredacteur van de boekenreeks ferm. “Het is de taak van kwaliteitsbladen om lezers duiding te bieden, hen te vertellen welke kunst er echt toe doet en kunstverschijnselen te ontwaren. Zij moeten het artistieke debat gaande houden. Nu kunstkritiek aan gezag heeft ingeboet, gaat een deel van de serieuze aandacht voor onze cultuur verloren.”

Met de opkomst van het wereldwijde web werd ook de aandachtsspanne van de gemiddelde lezer korter. Informatie moet tegenwoordig bondig, gevarieerd en visueel aantrekkelijk zijn; kranten passen zich aan die behoefte aan. “En dus moeten diepgravende recensies plaatsmaken voor signalementen van tentoonstellingen, grote foto’s en bolletjes en sterren.”

Volgens De Ruiter zijn we teruggekeerd naar de tijd waarin kunstkritiek ontstond. “In het midden van de 18de eeuw werd het genre geboren in de koffiehuizen en cafés van Wenen, waar ‘gewone’ mensen hun meningen over tentoonstellingen ventileerden. Nu zie ik dat op internet. En dat is prima, maar het een mag het ander niet vervangen. Meningen over kunst, fris van de lever, en kwalitatieve kunstkritiek zijn twee verschillende dingen.”

Amateurs

Conservator hedendaagse kunst en design Sue-an van der Zijpp van het Groninger Museum is het met dat laatste eens. Maar ook de ‘amateurs’ die foto’s, video’s en teksten over tentoonstellingen via het internet verspreiden, zijn volgens haar belangrijk voor de kunstwereld.

Van der Zijpp vermoedt dat de online kunstbloggers en instagrammers samen een groter en diverser publiek bereiken dan de kwaliteitskranten. “Ik vraag me af hoeveel mensen die krantenrecensies daadwerkelijk uitlezen. Vaak zijn het toch wat moeilijker geschreven teksten, bedoeld voor de groep lezers die al in kunst is geïnteresseerd. Bepaalde kunstwebsites bedienen een groter en ook ander publiek. Jongeren bijvoorbeeld.”

En voor musea geldt: hoe meer aandacht, hoe beter. De pr-afdelingen van musea focussen zich daarom niet meer louter op de klassieke kunstcritici. Zo gooide het Rijksmuseum meermaals de deuren open voor bekende Instagrammers en nodigt het Groninger Museum op openingen van tentoonstellingen ook invloedrijke online recensenten uit.

“Als museum willen wij uiteindelijk een zo breed mogelijk publiek trekken”, legt Van der Zijpp uit. “Of dat nu met een selfie is, of met een recensie geschreven door een doorgewinterde kunstcriticus.”

Maar moet kunst per se voor iedereen toegankelijk zijn, vraagt kunsthistorica Jonneke Jobse zich af. Zij schreef mee aan ‘Kunstkritiek in Nederland 1885-2015’. “Natuurlijk mag iedereen over kunst schrijven. Maar kunst is een specialisme, het is meer dan alleen mooi. Wie enkel met een ‘innocent eye’ naar beeldende kunst kijkt, mist de rijkdom die het kan brengen.”

Toeschouwers die kunst daadwerkelijk willen beleven zoals het is bedoeld, moeten volgens haar nieuwsgierig zijn en zich willen verdiepen. “In de intentie van de maker, bijvoorbeeld, en die van degene die de tentoonstelling heeft samengesteld. Goede kunstcritici bieden de lezer dat soort informatie, schrijven meer dan alleen: ‘Goh, leuk die verkoolde meubels van Baas’. Ze hebben een educatieve en oordelende taak. Dat laatste gaat in de huidige kunstkritiek verloren.”

Diepgang

Dat klopt, kaatst Van der Zijpp terug. “Maar diepgang moet ook groeien. En door die enorme pluriformiteit van kunstverslagen, in kranten en op internet, lok je misschien ook nieuwe mensen de kunstwereld in, die na zo’n laagdrempelige introductie geïnteresseerd raken in kunst en hun kennis langzaam maar zeker uitbouwen.”

Van jong en ongeschoold in de kunsten tot oud en geleerd en alles ertussenin: volgens Van der Zijpp is er plaats voor allemaal. Een invloedrijke kunstliefhebber die op internet tentoonstellingen beoordeelt en een kunstcriticus die voor een krant schrijft hebben simpelweg verschillende functies. Waar de een voornamelijk enthousiasmeert, velt de ander een kritisch oordeel vanuit zijn vakmanschap, kennis en kunde.

Alleen dat laatste gebeurt helaas steeds minder, zeggen De Ruiter en Jobse. De laatste voegt toe: “De vraag is wat de lezer of kijker uit kunst wil halen. Wil je onbevangen naar kunst kijken en geniet je voldoende van je persoonlijke interpretatie? Dat kan. Maar wie meer wil, en zijn of haar leven wil verrijken met kennis over kunst, die zal zich moeten verdiepen. En de kwalitatieve kunstcriticus kan daarbij een intermediair zijn.”

‘Zonder kennis mis je diepgang’

Joke de Wolf © TR BEELD

Joke de Wolf studeerde kunstgeschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam en schrijft als freelance kunstredacteur voor Trouw en de Groene Amsterdammer

“Kunstwerken kunnen niet praten. Om hun boodschap over te brengen op de lezer, zijn wij er: kunstcritici. Wij hebben geleerd om over kunst te vertellen, om uit te leggen wat het werk over de wereld zegt bijvoorbeeld, of om te laten zien dat het in een bepaalde traditie staat. Daarmee plaatsen we kunst in de context, zodat de bezoeker het beter begrijpt.

Om dat te kunnen doen, heb je verstand van zaken nodig. Natuurlijk hoef je niks van kunst te weten om het mooi te vinden of er iets over te kunnen zeggen. Ongeschoolde kunstliefhebbers die op internet over tentoonstellingen schrijven, ‘kunstcritici-light’ zeg maar, moeten dat vooral doen.

Maar vaak zit er een verhaal achter een kunstwerk, en is het niet enkel bedoeld om ‘gaaf’, ‘vet’ of ‘tof’ te zijn. Zonder kennis mis je diepgang. En kun je ook niet het kaf van het koren scheiden in het enorme kunstaanbod, als gids fungeren, of een oordeel vellen.

En het hebben van een kritische houding is in toenemende mate van belang. Musea, die nu grotendeels hun eigen broek op moeten houden en voor iedere bezoeker strijden, zijn steeds actiever in het trekken van aandacht. Op sociale media als Facebook en Instagram zetten ze zichzelf in de etalage, ze zijn hun eigen pr-machine.

Die persberichten die ze de wereld insturen, zijn logischerwijs vaak zeer positief. De superlatieven vliegen je om de oren. Ga je enkel daar op af, dan krijg je een oppervlakkig verhaal, dat bovendien niet altijd klopt. Alleen experts zien dat een werk helemaal niet de eerste in zijn soort is.

Wat ik zeg klinkt misschien verheven, maar het is eerlijker tegenover de kunstwerken. Het is oprechter voor de kunst om haar hele panorama te schetsen. En dat kan niet zonder kijkervaring.”

‘Voor mij draait kunst om genieten’

Sandra Singh © TR BEELD

Juridisch medewerkster en fervent museumbezoeker Sandra Singh startte in 2014 het kunstblog kunstkieken.nl

“De doelgroep van mijn website is stiekem mijn achterban: het allochtonenpubliek. Voor hen is de drempel tot kunst hoog, net als voor sommige anderen die weinig van kunst weten. Het wordt of gezien als saai, te moeilijk, of iets voor de elite. Dat vind ik zonde, want dat hoeft kunst allemaal niet te zijn.

Voor mij draait kunst om genieten. Als ik kijk naar een schilderij, probeer ik te ontdekken wat ik voel, wat het met me doet. Als een kunstwerk het toelaat, leg ik verbanden met het dagelijks leven.

Maar mij maakt het niets uit wie het werk gemaakt heeft, of welke afmetingen een schilderij heeft. Terwijl zij discussiëren over stromingen, kijk en geniet ik, zonder dat ik er iets van weet. Ik heb geen kunsthistorische achtergrond, ik schrijf over wat ik mooi vind. Kunstenaars hebben hun werken heus niet alleen gemaakt voor de elitaire kenners.

Ik ben van mening dat de kunstcriticus en ik elkaar aanvullen. Ik kan veel van hun leren, maar zij ook van mij. Ik zie andere dingen, ben onbevangen. Toch moet ik eerlijk bekennen dat ik anders ben gaan schrijven. Door de jaren heen heb ik goed geluisterd en veel over kunst gelezen, en ik heb natuurlijk een heleboel tentoonstellingen bezocht.

Die nieuw vergaarde kennis beïnvloedt mijn stukken, ik leg verbanden waar ik die eerder niet zag. Daar heb ik plezier in.

Ik denk niet dat kennis nodig is om van kunst te genieten, maar verdieping is altijd goed. Daarmee kan ik misschien ook een breder publiek naar mijn website lokken. Nu bezoeken zo’n 2000 tot 3500 mensen per maand kunstkieken. Best okay, maar het kan altijd beter.”

‘Wij praten over kunst als in de kroeg’

Ko van ‘t Hek en Yuki Kho © TR BEELD

Ko van ‘t Hek en Yuki Kho begonnen in 2015 Kunst Kijken met Ko & Kho, een maandelijkse online nieuwsbrief met kunsttips

“Met kennis kan kunst leuker worden, maar het is niet nodig om geraakt te worden. Zien is zo persoonlijk en gevoelsmatig. Wij vertellen over kunst zoals we dat in de kroeg zouden doen. We schuwen namen van kunstenaars en vermijden referenties naar stromingen. Want zegt je dat als lezer niks, dan haak je af.

Wij proberen een brug te slaan naar het gevoel van mensen, schrijven bijvoorbeeld over het blauw van Yves Klein ‘de kleur die je ziet wanneer je op het strand ligt, met je ogen dicht, en de zonnestralen door je oogleden heen prikken’.

We tippen tentoonstellingen, ‘dit is tof, dit moet je gaan zien’. Vinden we een tentoonstelling niks, dan schrijven we er ook niet over. We zijn dus ook niet snel kritisch. We zijn dan misschien ook niet echt kunstcritici, maar meer kunstliefhebbers.

Het is jammer dat de geschoolde critici zich soms aangevallen voelen door kunstjournalisten als wij. We hebben immers hetzelfde doel voor ogen: zorgen dat er meer en beter naar kunst wordt gekeken.

Onze nieuwsbrief en website kunnen naast de kunstkritieken in de krant bestaan, denken wij. Beide bedienen een ander deel van de kunstconsumenten. Onze nieuwsbrief heeft 3000 abonnees, ons Instagramaccount pakweg 5000 volgers. Een groot deel daarvan leest vermoedelijk geen recensies in de krant.

En dat maakt niet uit. Het een is niet beter of slechter, allebei zijn nodig om meer mensen naar het museum te lokken. Kunst is een universele taal die iedereen kan spreken, en het is de taak van ons en van kunstcritici om mensen te leren die taal te spreken.”


Posted

in

by