Phil Bloom, vijftig jaar kunstenaar

Gepubliceerd in Trouw, 9 oktober 2017

Phil Bloom (1945) werd bekend van haar optredens in Hoepla, nu precies vijftig jaar geleden, maar ze is ook al meer dan vijftig jaar kunstenaar. En over dat jubileum wil ze wél graag praten.

Vooruit, nog één keer wil Phil Bloom het als aanleiding nemen. ‘Het’, dat zijn natuurlijk haar optredens in Hoepla! in 1967, nu vijftig jaar geleden waarmee ze sindsdien bekendstaat als de eerste blote vrouw op de Nederlandse tv. Een zegen én een vloek noemt ze het achteraf. Dat ze ook toen, op haar tweeëntwintigste, al kunst maakte, en nu dus ook al zeker vijftig jaar kunstenaar is, wordt vaak vergeten.
Daar wil ze het nu graag over hebben: over haar kunst, de schilderijen en tekeningen die ze nog steeds vol overtuiging maakt. ‘Ik werk als een gek’, zegt ze vrolijk. Ze is gekleed in het zwart, draagt op haar hoofd een hoedje, en praat gedreven, met een opvallend jonge stem. Ze gaat het bezoek voor in haar atelier, een oud klaslokaal in de Amsterdamse Staatsliedenbuurt. Ze verontschuldigt zich voor de hoeveelheid spullen – er is tussen de schilderijen, opgezette dieren en andere stillevenattributen nog net ruimte om je voeten neer te zetten.
Op haar meest schilderijen en tekeningen, soms twee meter hoog, maak je kennis met de droomwereld van Phil. Herten, Mickey Mouse, robots, olifanten, vrouwen en mannen, in een losse, realistische manier geschilderd. Kort geleden bracht ze een dromenboek uit, met beschrijvingen van direct na het wakker worden, en daarbij de later gemaakte tekeningen. Tekeningen in zwart en wit op bruin papier, klassiek bijna. Dromen over salamanders, een grote man met een heel klein poppenwagentje, een uil die voor haar zit.
Via een steile trap komen we op een entresol. Boekenkasten met kunstboeken en eigen archief – er is iemand bezig dat laatste een beetje te ordenen -, op de grond en op de tafels ook stapels boeken en papieren. Ze zit midden in een verhuizing: ze had samen met haar vriend lange tijd een huis in Antwerpen, dat hebben ze nu verruiild voor iets in Amsterdam. Toch werkt ze ook nu zo veel mogelijk.
Om die ene olifant dan meteen maar benoemd te hebben: ook haar optreden bij Hoepla zag ze als kunst, als een performance. Ze was op dat moment net vanuit Den Haag in Amsterdam gekomen, danste ze met een paar andere meiden in allerlei progressieve uitgaanscentra. Misschien wel met weinig kleren aan, maar niet erotisch, het ging helemaal niet om seks. ‘Ik vind nog steeds: je bent naakt geboren, en op die manier zat ik ook bij Hoepla!. Het waren de kijkers die het niet los kon zien van de erotiek. Ik keek ook helemaal niet lief of verleidelijk, ‘
Bloom groeide op in een sober katholiek gezin, was blij toen ze naar een openbare school mocht, ‘eindelijk vrij’. Op haar zestiende wist ze: ik wil kunstenaar worden. In 1965 zag ze in een galerie in Den Haag een installatie die veel indruk maakte: Yayoi Kusama had een wit bootje neergezet, met daarin honderden gipsen penissen. Wat een openbaring: dat ze op een originele manier dingen toonde die vanwege de mores, bepaalde denkpatronen, niet getoond mochten worden.

Tekening, Phil Bloom, 2013. www.philbloom.nl

Bloom had zich ingeschreven bij de kunstacademie van Den Haag, maar kon er haar draai niet vinden, het was heel traditioneel. Bij de Vrije Akademie in Amsterdam was het dan weer té vrij, ze leerde wel veel interessante mensen kennen in de hoofdstad. Willem de Riddder bijvoorbeeld, die net begonnen was met Hitweek, het pop- en undergroundtijdschrift – ze poseerde wel eens, en maakte tekeningetjes voor het blad. En samen met Hans Verhagen en Wim T. Schippers maakte hij ook Hoepla!.
Lang bleef het haar achtervolgen, haar optreden daar. Ze studeerde ‘heel keurig’ af bij de Rietveld Akademie, in de richting grafisch ontwerpen. Ze wilde wel schilderen, maar daar was, tijdens de moderne kunst-mode die er was, geen aandacht voor, het moest allemaal veel moderner.
En toen kwam het ongeluk. Op haar zevenentwinstigste werd ze met plotselinge vage klachten opgenomen in het ziekenhuis. Vanwege de stuiptrekkingen dacht het ziekenhuispersoneel dat ze aan de drugs was en lieten haar liggen, het bleek een hersenbloeding. Het duurde veel te lang voordat ze de juiste medische hulp kreeg, een maand lag ze in coma.

Ze herstelde, maar bleef de gevolgen lang merken. Begin 2000 rekende ze er in een performance mee af: ze liet haar haar op haar hoofd er permanent afscheren, zodat de littekens vrijkwamen. En ze zette er later een tatoeage voor in de plaats.
In New York, midden jaren zeventig, hervond ze zichzelf. ‘De mensen zijn er veel makkelijker. Je hoeft niet meteen bij ze thuis te komen eten, ze zijn heel vrijblijvend aardig.’ Bovendien kreeg ze een beurs en visum om aan een New Yorkse kunstacademie te studeren. Ze leerde er schilderen, ‘alla prima’, nat in nat, in olieverf. Meestal gaat het schilderen in olieverf in lagen, die je lang moet laten drogen. Bij deze techniek gaat het in één keer, met heel bewuste penseelstreken. ‘Een wedergeboorte’, noemt ze het in een van haar boeken.
Grote, zware thema’s behandelde ze in haar werk. De dood, de oorlog, soldaten. ‘Ik werd in 1945 bij Rotterdam geboren, maar pas als tiener hoorde ik voor het eerst over de oorlog. Er werd niet over gepraat.’ En dat zijn precies de onderwerpen waar Bloom mee wil werken. Als voorbeelden noemt ze een hele rij kunstenaars. Georgia O’ Keeffe, Meret Oppenheim, Frida Kahlo, Louise Bourgeois. Vrouwen, inderdaad, die zich niet laten storen door verwachtingen van buitenaf.
Ja, ze blijft nog steeds doorgaan met schilderen en tekenen, ‘tot aan mijn dood’. Nu ze weer helemaal terug is in Amsterdam, merkt ze dat haar werk ook weer vaker in de belangstelling staat. Van andere kunstenaars vooral, en zo nu en dan een galerie. ‘Het blijft een mysterie, hoe je een schilderij kunt neerzetten. Ik ga zitten, concentreer me, en dan zie ik het voor me. Best wel uniek, toch?’

Van 12 januari tot 18 maart is er werk van Phil Bloom te zien in Sociëteit De Kring, Kleine Gartmanplantsoen 7, Amsterdam. www.philbloom.nl

 


Posted

in

,

by

Tags: