Vivian Maier was in de eerste plaats fotograaf

Verschenen in Trouw, 5 december 2017

‘Ze was kindermeisje, fotograferen was haar geheime hobby’, zo beginnen de meeste artikelen over de in 2009 overleden Vivian Maier. Een nieuw boek laat zien dat die hobby gewoon haar beroep was.

Het is zo’n mooi sprookje. Een Amerikaans kindermeisje met Franse voorouders bleek haar leven lang foto’s te hebben gemaakt, zonder daar ooit iets van te publiceren. Niet zomaar foto’s, maar bijzondere, professioneel aandoende foto’s van het leven op de straten van New York en Chicago van de jaren vijftig tot zeventig. Bij toeval zou John Maloof, een jonge historicus en handelaar, de negatieven hebben opgekocht voor een habbekrats. Precies op het moment dat hij ontdekte wat voor een schat hij had gekocht, overleed Maier eenzaam in een verzorgingstehuis.
Het verhaal met veel vraagtekens en onvatbaar veel beeldmateriaal sprak tot de verbeelding : toen Maloof het verhaal en wat foto’s online zette, ging het al snel viral. Met de door hemzelf gemaakte documentaire Finding Vivian Maier (2013) en een rondreizende tentoonstelling van zijn vondsten (in 2014 in Amsterdam) had John Maloof aan de onderneming al snel zo’n 3,5 miljoen dollar verdiend.
Voor Pamela Bannos, fotografiedocent aan de Northwestern University bij Chicago, was het verhaal te eenzijdig. De foto’s waren zo goed, hoe kon het verhaal zo schimmig zijn? Afgelopen maand verscheen haar boek met háár versie van het verhaal. Ze vertelt het zo droog mogelijk, zonder zich te laten meeslepen door het verleidelijke Mary Poppinssprookje en andere valkuilen. Geen speculaties over Maiers seksuele voorkeur, geen suggesties over vermeende geestelijke verwardheid of trauma’s. En niet, zoals in de documentaire, talloze interviews met de kinderen op wie Maier moest passen, die allemaal benadrukken hoe eigenaardig hun kindermeisje was.

http://vivianmaierproject.com/

Bannos deed veel historisch onderzoek, in New York en Chicago, reisde ook naar Frankrijk, waar Maiers moeder vandaankwam en waar Maier van haar zesde tot haar twaalfde woonde – ze zou haar leven lang een Frans accent behouden. En ze keek naar waar het uiteindelijk ook voor Maier om moet hebben gedraaid: de foto’s.
Bannos laat zien dat Maier in 1950 vooral naar de Franse Alpen reisde om foto’s te maken, niet enkel voor familiebezoek. Dat de zesduizend foto’s die ze daar maakte, van dorpelingen en landschappen, geen ‘Spielerei’ zijn, zoals Maloof op de door hem zelf opgezette ‘Official website of Vivian Maier’ beweert, maar serieuze experimenten. Maier fotografeerde zelfs zo fanatiek, dat een Franse dorpsagent dacht dat ze een spionne was.
Dat ze, terug in New York, tentoonstellingen bezocht, continu op de hoogte was van de ontwikkelingen in de fotografie, en waarschijnlijk ook overwoog een bijdrage te leveren aan het internationale ‘Family of Man’-project. En daarna een leven lang van gezin naar gezin trok, steeds met de dozen met foto’s en onontwikkelde film. En hoe ze overal waar ze woonde haar omgeving fotografeerde, de achterbuurten en de elite, in zwart-wit en in kleur, later maakte ze ook films en geluidsopnames.
Bannos gebruikt een pingpongstructuur: je springt steeds vanuit de biografie van Maier naar dat wat er ná haar overlijden gebeurde met haar werk – een minstens zo boeiend, aangrijpend verhaal, dat niet eerder werd opgetekend vanwege de partijdigheid van de vertellers. Zo was het archief vanaf het eerste moment dat het op de markt kwam – een opslagbedrijf waar Maier haar dozen had neergezet, veranderde van naam, omdat ze geen huur meer betaalde en niet reageerde werden de spullen geveild – in bezit van veel verschillende partijen. Maloof zet de eerste foto’s al een jaar voor haar overlijden online. En begon meteen met het aandikken van de mythe. Inmiddels is ook een andere eigenaar van een deel van het archief naar voren gekomen, sinds 2014 zijn de eigenaren samen met verre erfgenamen verwikkeld in een juridische strijd om het copyright van de beelden.
Ook tegenover haar directe omgeving was Maier terughoudend in het tonen van haar werk. Een van haar werkgevers zag de foto’s, vond ze erg goed en vroeg haar waarom ze niet professioneel fotograaf was geworden. ‘Omdat, zo vertelde ze hem, als ze haar foto’s niet geheim had gehouden, mensen ze hadden gestolen of misbruikt.’ Vivian Maier paste misschien niet in het standaardplaatje van de kinderjuf, ze had wel degelijk een helder beeld van de grillen van de kunsthandel. En, aan haar foto’s te zien, ook van de rest van de mensheid.

Pamela Bannos, ‘Vivian Maier: a photographer’s life and afterlife’, The University of Chicago Press.


Posted

in

,

by