Met haar rauwe foto’s van het nachtleven in New York in de jaren zeventig en tachtig werd Nan Goldin bekend. In het Amsterdamse Stedelijk zijn nu zes van haar diaseries met muziek te zien: een adembenemend mooie tentoonstelling.
Tsjak, krrrrt, tsjak, en dan is het even stil: de volgende dia verschijnt op een scherm in het Stedelijk. Sinds de jaren zestig was een diapresentatie een manier om thuis aan familie en vrienden de vakantiefoto’s te tonen, al dan niet vrijwillig, en vaak voorzien van lange verhalen van situaties waar je bij had moeten zijn.
In de jaren zeventig en tachtig maakte de Amerikaanse kunstenaar Nan Goldin duizenden dia’s van haar vrienden: kunstenaars, muzikanten en bohemiens in New York City. Een eerlijk, ongecensureerd beelddagboek van mensen die feest vieren, vrijen, ruzie maken en verdriet hebben. Goldin was met dia’s begonnen omdat ze zelf geen donkere kamer had om foto’s af te drukken. Haar series toonde ze aan de vrienden die daarop te zien waren bij speciale gelegenheden, bijvoorbeeld bij de verjaardag van zanger Frank Zappa in 1979 in een nachtclub.
Er kwamen steeds meer dia’s bij. In 1986 bracht Goldin de dia’s voor het eerst uit als een boek, ze noemde het The Ballad of Sexual Dependency (de ballade van seksuele afhankelijkheid), naar een lied uit de Dreigroschenoper van Berthold Brecht en Kurt Weill. Het boek werd een hit onder kunstliefhebbers: zo eerlijk en open had iemand nog niet vaak haar leven gedeeld. De afgelopen jaren kreeg Goldin opnieuw bredere bekendheid vanwege haar acties tegen de familie Sackler, de farmaceuten die met de pijnstiller OxyContin in de VS verantwoordelijk zijn voor vele doden en tegelijk musea sponsorden.
Nu zijn er in het Stedelijk Museum in Amsterdam maar liefst zes van Goldins diaseries te zien, elk in een eigen donkere, geluiddichte tent in de grote tentoonstellingsruimte in de kelder. Een ‘dorp van diaseries’ heet het in de catalogus. Iedere serie heeft een eigen onderwerp. En na het zien van alle series ben je als toeschouwer niet alleen drie uur verder, je hebt zelf ook allerlei herinneringen opgedoken waarvan je niet meer wist dat je ze had.
Elke serie heeft een eigen, zorgvuldig gecomponeerde geluidsband: een collage van muziekfragmenten van Charles Aznavour tot The Velvet Underground en van Leonard Cohen tot ‘Mamma’ van Beniamino Gigli. De meeste series hebben geen tekst, geen expliciet tekstverhaal, maar dankzij de muziek en de weloverwogen overgangen tussen de beelden maak je als toeschouwer automatisch associaties en begin je mensen te herkennen.
De diaseries vertellen zes uiteenlopende verhalen, al komen sommige foto’s vaker voor. Zo gaat het in The other side over de transgendervrienden met wie Goldin samenleefde: een prachtige collage van beelden van mensen die ondanks de reacties van de buitenwereld probeerden te zijn wie ze wilden zijn. De serie is ook een hommage aan Goldins vrienden van toen, van wie er veel zijn overleden aan aids of aan een overdosis drugs.
In Fire Leap gaat het over de vroegste kinderjaren. Kinderen zijn misschien wel de meest gefotografeerde categorie mensen, juist daarom is het zo knap dat Goldin er géén zoetsappig verhaal van maakt, integendeel. Ze toont foto’s van allerlei kinderen die hun eerste stappen zetten in de wereld die zo complex en groot kan zijn. Kinderen met maskers en als superhelden.
Heel persoonlijk is Sisters, Saints, and Sibyls, voorzien van gesproken commentaar van Goldin zelf. De serie is opgedragen aan haar oudere zus Barbara die op 19-jarige leeftijd een eind maakte aan haar leven. Haar ouders hielden lang vol dat het een ongeluk was geweest. Voor Goldin was dat de reden om later alles vast te leggen. Met familiefoto’s, voorgelezen observaties van de artsen en kostschoolbegeleiders die Barbara als puber moesten behandelen, en eigen analyses over de rol van haar ouders is het een aangrijpend verhaal over hoe een jong leven in de jaren zestig kon ontsporen.
De laatste beelden in deze presentatie maakte Goldin toen ze in 2019 voor de zoveelste keer in een afkickkliniek zat. Ze fotografeerde zichzelf toen ze met een sigaret brandwonden maakte op haar arm. Leonard Cohen zingt ‘It seems so long ago, Nancy’, over hoe de tijd niet alle wonden heelt.
Eerlijk en poëtisch maakt Goldin met deze tentoonstelling een grote hommage aan het leven, de liefde en de ongrijpbare werking van onze eigen herinnering. Herinneringen die ook bestaan als we er geen dia van hebben.
Gepubliceerd in dagblad Trouw, 17 oktober 2023