Wat zijn ze mooi, de mensen op de foto’s van David LaChapelle. Mooi en perfect naakt, ook dat nog, ze glimmen je tegemoet. En het rare is: die perfectie is echt.
Hij kreeg ze allemaal voor de camera: Madonna, Michael Jackson, Andy Warhol, Lady Gaga, ga maar door. En toen had hij er genoeg van, van al die glamour. Al die beroemdheden, modebladen, al die aandacht, al die seks en drugs en verveling. Dus vertrok hij naar Hawaï en maakte nog perfectere foto’s, met nog mooiere mensen, met het paradijselijke landschap als decor. Nog meer naakt. Zo gaat dat in de wereld van David LaChapelle.
Een wereld die de komende maanden is neergedaald in het Groninger Museum, voor het eerst is het werk in Nederland te zien op deze schaal. De fotograaf heeft zelf meegewerkt aan de opbouw en aan de selectie. Een goede gelegenheid om de foto’s eens van dichtbij te bekijken: stuk voor stuk enorme prints met juist in de details aanknopingspunten voor meer dan alleen een perfect plaatje.
Opmerking vooraf: elke foto van LaChapelle is tot in het kleinste detail bedacht. Niet voor niets wordt zijn fotografie vaak neerbuigend reclamefotografie genoemd: in zijn foto’s is alles nep. Hij gebruikt gekleurde filmlampen, steekt vaak dingen in brand, laat zijn modellen, die soms onder dikke lagen make-up, silliconen en olie zitten, allemaal tegelijkertijd precies de juiste houding aannemen, de juiste blik werpen in de juiste richting. Toch is het, vooral als je de foto’s zo groot ziet als ze nu in Groningen hangen, heel duidelijk hóe hij die special effects heeft bereikt. Je ziet dat het een decor is, dat op een hoepel gespannen plastic lijkt op een heilige bron.
De tentoonstelling begint meteen met een zaaltje beroemdheden. Natuurlijk het laatste portret van Andy Warhol, LaChapelle’s mentor: de enige zwart-witfoto, met bijna lichtgevende haren. Verder ook David Bowie, ontredderd in een ziekenhuisachtige ruimte, met een reclamepop liggend op zijn schoot met precies zijn haar én gezichtsuitdrukking.
Deze foto’s maakte hij voor Warhol’s Interview magazine, maar LaChapelle begon eerder met fotograferen. Hij was al op z’n vijftiende van school gegaan en kwam terecht op een kunstacademie waar hij ontdekte dat hij fotograaf wilde worden. Helaas zijn de foto’s van zijn eerste series en experimenten niet te zien – een van de nadelen wanneer de kunstenaar zelf de selectie maakt. Naast modereportages maakte LaChapelle ook veel muziekvideo’s, ondermeer voor Elton John en Jennifer Lopez.
Toen, in 2003, verschoof LaChapelle zijn aandacht naar Jezus.
Want daar staat ie gewoon tussen de hip-hoppers, in nachtelijk New York. Lange haren, baard, wit gewaad met blauwe sjerp. Of voor de viswinkel, waar de broden en vissen aan de hongerigen worden uitgedeeld. ‘Jesus is my homeboy’ heet de serie, een tekst die de fotograaf op een t-shirt zag staan. Dus vroeg LaChapelle zich af: met wie zou Jezus nu omgaan? Het is het begin van een obsessie van LaChapelle met bijbelse voorstellingen. Ook al zoekt hij ook hier de grens op van kitsch en absurditeit, hij lijkt bloedserieus.
De volgende halte was, iets minder strak geregisseerd, de zondvloed. In juni 2005 maakte hij voor de Italiaanse Vogue een modereportage waar Desperate-Housewives-achtige vrouwen ontredderd voor hun door storm en overstroming verwoeste huis staan. Gefotografeerd op een filmset in Hollywood.
Katrina
In plaats van aandacht voor het klimaatprobleem, waar hij op doelde, kreeg hij zelf een probleem: de foto’s verschenen op de cover van het tijdschrift in augustus, precies twee dagen na de storm Katrina. Een ramp die precies zulke situaties had veroorzaakt. De media dachten dat LaChapelle profiteerde van de ramp, terwijl hij de foto’s maanden eerder had gemaakt, de baas van Vogue vond dat hij te veel risico nam met zijn overdreven standpunten.
LaChapelle dook de diepte in. En de breedte: zijn echte ‘Deluge’, zondvloed, is een paar meters breed, en is geïnspireerd op de schilderijen van Michaelangelo. Allemaal naakte mensen, die, hoewel ze maar in een klein laagje water staan, toch lijken te verdrinken. Ze klampen zich vast aan telefoonpalen, Gucci-reclameborden en aan elkaar. En verontrustend prettig om naar te kijken.
Uiteindelijk, na de zondvloed, komt bij LaChapelle het echte paradijs. ‘New World’ heet zijn laatste serie, sprookjesachtige scènes naar bijbelse taferelen.
Hij trok zich in 2007, overwerkt, terug op het meest afgelegen deel van Hawaï, in een voormalig naturistenresort. Eerst wilde hij niets meer met de wereld te maken hebben, inmiddels fotografeert hij weer.
Paradijselijke decors en scènes, uitgevoerd door vrienden van de fotograaf. Toch kan LaChapelle het niet laten hier en daar een lamp te richten zodat de figuren goed zijn uitgelicht, de nepborsten nog meer aandacht vragen. Ook durft hij het voor het eerst aan de negatieven te bewerken, hij schildert met de hand aureolen en andere lichteffecten, de vingerafdrukken laat ‘ie expres zitten. Een herkenbaar teken van een godheid die ingrijpt op zijn schepping.
En ziet dat het goed is.
Vier sterren
‘David LaChapelle: Good News for Modern Man’, tot 28 oktober in het Groninger Museum in Groningen.