Images à charge – belastende beelden

Bertillonnage van Alphonse Bertillon, 1893, Préfecture de Police, Parijs
Bertillonage van Alphonse Bertillon, 1893, Préfecture de Police, Parijs

Met fotografie en film zijn de afgelopen eeuw talloze misdaden opgespoord. Het Nederlands Fotomuseum toont de bewijslast en achtergronden bij elf van die zaken.

(Eerder verschenen in Trouw, 26 mei 2016)

In de Amerikaanse politieserie Crime Scene Investigation, CSI voor de kenners, gaat het vaak om stof. Schuldig stof. De technische onderzoekers van de plaats delict kruipen met behulp van de nieuwste camera’s en molecuulanalyses tot in de vezels van een door een schijnbaar smetteloze moordenaar onbewust achtergelaten pluisje. Met die details, onzichtbaar voor het menselijk oog, wordt de dader aangewezen en schuldig bevonden.
In Rotterdam is nu een tentoonstelling met elf misdaadzaken uit de afgelopen eeuw waarbij foto’s en films de schuldige aanwijzen. De Parijse politieman Alphonse Bertillon bedacht in 1879 een manier om portetfoto’s zó te maken en op lichaamsafmetingen te categoriseren dat persoonsverwisseling vrijwel onmogelijk werd, de ‘bertillonage’. Ook ontwikkelde Bertillon, enkele jaren later, een manier om plaatsen delict op een nauwkeurige, haast meetkundige manier vast te leggen. Die foto’s openen de tentoonstelling, en tonen, rauw en in beangstigende precisie, de positie van door misdrijf om het leven gekomen lichamen, van bovenaf. De camera die de ‘photographie métrique’ maakte hing steeds in een statief op 1,65 meter boven de grond, met de lens naar beneden. Op de foto’s zijn de benen van het statief nog zichtbaar, ongemakkelijk steunend op de randen van het eigen beeld.
Later zouden de camera’s meer afstand nemen: tijdens de Eerste Wereldoorlog maakten piloten van het Britse en Franse leger opnames van Ieper en Douaumont, vóór en nadat de legers de Duitse legers er hadden verslagen en de bestaande bebouwing verwoestten. Nog een eeuw later zijn het drones, onbemande vliegende camera’s, die de verwoestingen in Pakistan en in de Gazastrook vastleggen.
Helaas maken oorlogen niet alleen materiële slachtoffers. De Rotterdamse tentoonstelling toont ook gezichten: aangrijpende beelden van slachtoffers van de ‘Grote Zuivering’ van Jozef Stalin, waarbij binnen één jaar 750.000 mensen werd vermoord door de eigen regering. Na de arrestatie en de ‘trojka’, het schijnproces, werden de beschuldigden nauwkeurig volgens de methode van Bertillon gefotografeerd en vervolgens geëxecuteerd. De foto kwam in het archief, als stil bewijs. Over de precieze reden van het maken van die foto zwijgen de archieven. Nu, stemmig één voor éen in een aparte kamer geprojecteerd, voorzien van de naam, leeftijd, het beroep van de veroordeelde en de beschuldiging, geven die foto’s ons nu iets meer grip op die monsterlijke getallen.
Enkele jaren later, tijdens de processen van Neurenberg, werd filmmateriaal actief ingezet om de schuldigen te veroordelen. President Roosevelt had al in oktober 1942 opdracht gegeven de misdaden van de nazi’s zo nauwkeurig en objectief mogelijk te filmen en fotograferen, om later als bewijs te dienen. Bij de bevrijding van Dachau, in mei 1945, brachten de Amerikaanse troepen zelfs Duitse burgers naar het kamp om hun reacties te filmen. Tijdens het strafproces, in november 1945, maakte rechter Robert Jackson een soortgelijke keuze. In de rechtszaal, die speciaal vanwege de films met een projector en scherm was voorzien, liet hij de terechtgestelde Nazi’s tijdens de filmvertoning beschijnen met een tl-buis. Zo zouden alle aanwezigen zien wat het effect van de schokkende beelden had op de beschuldigden.
Voor deze indringende tentoonstelling, die eerder in Parijs en Londen was, verzorgden historici en fotoconservatoren de achtergrondinformatie – uitgebreid in de reeds bekroonde catalogus, soms iets té beknopt in de tentoonstelling – , de presentatie is passend sober. Alleen die titel: ‘Crime scenes’, Tatorte, plaatsen delict, is verwarrend. Het gaat om méér dan plaatsen, het gaat om de getuigenissen van foto- en filmmateriaal. Zo veel passender is de Franse titel, ‘Images à charge’. Het is ondanks alle zwaarheid van de lading, een lofzang op de fotografische techniek, die een zo veel beter en betrouwbaar geheugen heeft dan de mens, en steeds opnieuw, ook nu nog, ons geheugen verrijkt, zonder een detail te vergeten. Belastende beelden voor een beschaving die vooralsnog verre van smetteloos is.
Vier sterren.
‘Crime scenes. Honderd jaar foto als bewijs’, in het Nederlands Fotomuseum tot 21 augustus. De Engelstalige catalogus kost 44,95 euro. www.nederlandsfotomuseum.nl


Posted

in

, ,

by