Aernout Mik, beeldhouwen in beelden

Gepubliceerd in Trouw, 10 mei 2013
Gepubliceerd in Trouw, 10 mei 2013

Aernout Mik maakt films van het gedrag van mensen in openbare ruimtes. Maar niet alleen de films, ook de ruimte waar de film te zien is speelt een grote rol. In het Amsterdamse Stedelijk Museum laat een overzichtstentoonstelling zien hoe dat werkt

 Een museumbezoek. Eerst in de rij staan, wachten. Door de draaideur, kaartje kopen, langs de controle, jas ophangen, tas ook? Ja. Overal mensen: andere bezoekers, cassières, controleurs, suppoosten. Eindelijk kan je de kunst bekijken. Achteraf weet je: ook dit zou een kunstwerk van Aernout Mik kunnen zijn. 

De kunst van de internationaal gevierde Nederlandse kunstenaar Aernout Mik (Groningen, 1962) gaat, kort samengevat, over de interactie tussen mensen in openbare ruimtes. Hij maakt films over vergaderingen, crisissituaties, in een luchthaven, bij een politietraining, een kerkdienst. Tegelijkertijd gaat zijn kunst verder dan de filmbeelden: hij richt de ruimte waar de films te zien zijn, zó in, dat niet alleen de museumruimte onderdeel wordt van zijn kunst, maar ook de museumbezoekers.

Voor de nieuwe tentoonstellingskelder van het Amsterdamse Stedelijk Museum maakte Mik een overzichtstentoonstelling van eigen werk, die eerder al in een kleinere vorm te zien was in Parijs en Essen. In 2009 had hij nog een solotentoonstelling in het New Yorkse MoMa, maar in Nederland was het al 13 jaar geleden. Nu zijn er dertien video-installaties te zien, van 1999 tot 2013.

De show begint bij de ingang van de enorme tentoonstellingszaal. Bezoekers lopen door een lange smalle gang, met aan een kant glas, aan het lage plafond hangen tl-buizen. Ook dit is een ontwerp van Mik, de zaal bewijst haar functie. Vanuit de kronkelende gangen kom je op verschillende open plekken, waar soms één, soms meerdere video’s zijn geprojecteerd. En steeds heeft de inhoud van de film te maken met de plaats waar hij te zien is.

Zo speelt aan het eind van een taps toelopende nis Collapsing Rooms (1999), waarin mensen schijnbaar onverstoorbaar door een instortend gebouw lopen. De camera beweegt afstandelijk, langzaam van links naar rechts, langs de verschillende ruimtes.

Heel anders werkt touch, rise and fall (2008). Op levensgrote schermen worden mensen in een luchthaven langs de bagagecontrole geleid. We kijken mee met twee losse videocamera’s, het beeld overlapt, soms zie je ook twee verschillende perspectieven. De passagiers laten zich gedwee leiden, het controlepersoneel gedraagt zich eigenaardig: ze knippen knuffels open, vaak zijn ze meer met elkaar bezig dan met de passagiers. Het is een bizarre, gecontroleerde chaos.

Op één uitzondering na (daarover later meer) zijn alle films van Mik zonder geluid. Bevreemdend, de doolhof van gangen, op- en afstapjes, open ruimtes, de stille video’s die maar doordraaien. Wat betekent die stilte, en waarom zo’n ingewikkelde opstelling?

Het antwoord is in de tentoonstelling lastig te vinden; de toelichtingen verwijzen vooral naar wat er te zien is in de video’s. Belangrijk gegeven: Mik is opgeleid als beeldhouwer. Hij gebruikte al snel films in zijn installaties, maar de weergave van ruimtes en bewegende mensen bleef zijn focuspunt. Telkens weer kwam de vraag naar het geluid: al die mensenmassa’s, vaak in chaotische situaties, moeten toch een hoop herrie maken. Nee, zo vertelde Mik in interviews, daar is het hem niet om te doen. Hij laat niets weg. Hij maakt beelden van ruimtes en menselijk gedrag, beweging en interactie.

Nog een minpuntje: bij de informatiebordjes over de video’s staat wel titel en jaartal, maar, heel ongebruikelijk, geen lengte. Frustrerend als je wil weten of je twee, twintig of zestig minuten moet blijven kijken om alles te zien – zo zijn bezoekers nou eenmaal opgevoed. Het blijkt, bij navraag bij de conservator van het Stedelijk, een bewuste keuze: de films van Aernout Mik hebben geen expliciet begin of einde. Er is geen verhaallijn, het gaat, alweer, om de beweging van de geflimde mensen in de ruimte, om het moment van de beelden.

Aha, je mag rondlopen, zeg dat dan meteen! Tijdloosheid in film klinkt misschien vaag, maar blijkt een mooie en vooral praktische vondst. Communitas (2010), ook de titel van de tentoonstelling, is een projectie in een soort amfitheater. Op drie schermen zie je de chaos van een politieke bezetting in een monumentaal gebouw in Warschau, een erfenis van Stalin uit de jaren vijftig. Zoals vaker bij Mik lijken het bekende nieuwsbeelden. Mensen met spandoeken staan achter ovalen tafels, er wordt gestemd, gezongen, geslapen en heen en weer gelopen. En dan zie je het: de gefilmde ruimte is een spiegel naar de museumbezoekers: ook die zitten op ovalen trappen, lopen achter het scherm langs, en worden zo onderdeel van het moment. Het is in het museum, net als in de film, juist de bedoeling dat mensen bewegen, opstaan, praten, en na vijf minuten weer verderlopen. Zodat ook ons eigen gedrag een toneelstuk wordt. En zich, net als de films, herhaalt.

Mik werkt meestal met acteurs die er gewoon uitzien, en kostbare decors – zoals de luchthavenfilm: bij bestaande vliegvelden kreeg hij geen toestemming, dus moest hij alles nabouwen. Soms heeft hij een andere aanpak. Raw footage (2006) maakte hij met beelden van persbureaus van de oorlog in voormalig Joegoslavië. Hier, de enige keer, met geluid. En net zo vervreemdend. Mik koos namelijk niet de bekende beelden van ontploffende bommen en aanslagen, maar juist de haast normale straatscenes die ook bij de persbureaus binnenkwamen. Grazende geiten tussen het puin, mannen dragen slachtoffers weg, rustig, één voor één. Er fluiten vogels, er rijdt een auto voorbij, ver weg ontploft een bom. Het oorlogstoneel is ijselijk alledaags.

De uitsmijter is het meest recente werk, Tongues and assistants (2013). Op twee schermen zien we opnames van een kerkdienst van een Braziliaanse Pinkstergemeente. Diensten die bekendstaan om de bedrijfsmatige opzet. Klappende, in tongen sprekende mensen, in een grote congreshal met van dat goedkope tapijt en witte tuinstoelen. Pas na een paar minuten realiseer je je: je ziet de video in een ruimte waar suppoost-achtige mensen de hele tijd tuinstoelen opstapelen en weer neerzetten. Je zit zelf op zo’n stoel, op goedkoop tapijt. Vanaf dat moment zijn alle museumbezoekers ook acteurs.

Het lijken simpele methodes die Mik toepast. Maar wat zijn ze doeltreffend. Samen met prachtige locaties – een reusachtig autokerkhof op de heuvels van Tijuana, een busongeluk in een uitgestorven weidelandschap -, subtiele camerabewegingen, prachtige afwerking van het ‘museumdecor’ en vaak aangrijpende thematiek laat Mik ook in eigen land zien een beeldenmaker van wereldniveau te zijn. Met kunst die je herinnert aan de absurditeit, gruwel en schoonheid van menselijk gedrag. Ook als je het museum al lang weer uit bent.


Posted

in

,

by