Marie Darrieussecq: ‘Niets zoetelijks, niets heiligs, niets erotisch: een ander soort wellust’

Boek van de week: ‘Hier zijn is heerlijk’. Biograaf Marie Darrieussecq raakte gefascineerd door Paula Modersohn-Becker en schreef een boek over de Duitse kunstschilder.

(gepubliceerd in Trouw, 8 april 2017)

Het eerste werk dat ze van haar zag, flitste bij toeval voorbij. Schrijfster Marie Darrieussecq noemt het zelf een spambericht, de aankondiging voor een psychoanalytisch seminar over moederschap in 2010, waar een kleine afbeelding bij zat. Een schilderij van een moeder met kind. Na het de borst te hebben gegeven ligt ze in de comfortabele houding die Darrieussecq uit eigen ervaring kende maar nooit op schilderijen zag. “Niets zoetelijks, niets heiligs, niets erotisch: een ander soort wellust. Immens.”

Paula Modersohn-Becker, ‘Moeder met kind’, 1906. Coll. Paula Modersohn-Becker museum, Bremen

Het schilderij bleek te zijn geschilderd door Paula Modersohn-Becker (1876-1907). Darrieussecq begreep niet waarom ze nog nooit van haar had gehoord. De Duitse kunstenares is weliswaar jong gestorven, op haar 31ste, maar liet een uitgebreide correspondentie na en zo’n duizend schilderijen. Een klein deel van haar werk werd door de nazi’s vernietigd, maar de brieven aan haar familie, haar echtgenoot Otto Modersohn en aan Rainer Maria Rilke, haar vriend en leeftijdsgenoot, bleven bewaard.

In Duitsland, zo ontdekte Darrieussecq, is Modersohn-Becker wél bekend. Al kort na haar dood publiceerde haar moeder de correspondentie. De uitgaves werden erg populair, in Bremen is zelfs een museum aan haar gewijd. Darrieussecq besloot een boek over de kunstenares te schrijven. Dat werd ‘Être ici est une splendeur’, een citaat uit een gedicht van Rilke. Het boek verscheen vorig jaar in Frankrijk tegelijk met de eerste tentoonstelling van Modersohn-Beckers werk in Parijs. Die biografie van 150 kleine pagina’s is nu in het Nederlands vertaald als ‘Hier zijn is heerlijk’.

Darrieussecq staat bekend als een eigenzinnige schrijfster en bepaald niet als standaardbiograaf. In 1996 debuteerde ze met de novelle ‘Truismes’ (Zeugzoenen), waarin een vrouw verandert in een varken. Ze brak in 2003 door naar een groter publiek met haar bejubelde memoir ‘De baby’: een eerlijk verslag van haar eerste jaar als moeder, vol glasheldere, originele observaties van het wezen dat zich tussen de schrijfster en haar romans had gedrongen.

Vrouwen in een mannenwereld

Een gewone kunstenaarsbiografie is ‘Hier zijn is heerlijk’ niet. Darrieussecq weigert de hiaten in het verhaal op te vullen en houdt zich strikt aan de geschreven bronnen en eigen observaties. Ze beschrijft, zoals ze zelf in het boek zegt, “niet het leven zoals Paula M.-Becker het beleefde, maar wat ik ervan opvang, een eeuw later, een spoor”. Ze volgt de jonge Paula in haar tekenlessen naar Worpswede, het kunstenaarsdorp bij Bremen dat inmiddels is vergeven van de toeristen en waar Paula een ‘gruwelijk lelijk’ graf heeft.

Paula maakt er in 1898 kennis met Clara Westhoff, een jonge beeldhouwster. Ze vertrekken samen naar Parijs, omdat zij, vrouwen, daar naaktmodellen mogen schilderen. Westhoff gaat in de leer bij Rodin en zal er later voor zorgen dat Rilke kennismaakt met de beeldhouwer.

Tussen de korte alinea’s met citaten van de jonge kunstenaars door deelt Darrieussecq ook haar taalkundige overwegingen. “Ik noem haar Paula en hem noem ik Rilke”, schrijft ze. Rainer Maria is ongepast, en hoe moet ze haar hoofdpersoon anders noemen? Alleen Becker, haar meisjesnaam, of Modersohn-Becker, haar naam als getrouwde vrouw, of Becker-Modersohn, zoals in het aan haar gewijde museum in Bremen? “Vrouwen hebben geen naam, ze hebben een voornaam. Ze vinden zichzelf uit in een mannenwereld, veroveren zich er een plaats.”

De verovering van die plaats, met alle barrières en tegenslagen, wordt de rode draad in Darrieussecqs vertelling. Een vertelling die ook zonder de bijgevoegde reproducties aangrijpend is, zo helder en zonder opsmuk zet ze de gedrevenheid van de kunstenares af tegen de beklemmende tijdsgeest.

Paula vraagt Otto Modersohn naar Parijs te komen, al weet ze dat zijn vrouw ziek is. Otto komt, op 11 juni 1900. Op 14 juni keert hij alweer terug naar Worpswede, omdat zijn vrouw is overleden. Terug in het Duitse dorp flirt Rilke, die daar ook verblijft, met Paula en Clara. Maar Paula verlooft zich met Otto en moet twee maanden naar Berlijn om kooklessen te nemen. Daar treft ze elke zondag Rilke, die zich met Clara heeft verloofd.

Na de bruiloften bekoelt de vriendschap, het echtpaar Rilke verhuist naar Parijs, met kind, de Modersohns blijven in Worpswede. Niemand begrijpt Paula’s kunst, behalve Otto, denkt Otto. Tegelijkertijd wordt ze ook nog eens een goede huisvrouw. Paula moet geld vrágen aan haar echtgenoot, terwijl ze tussen het braden van een kalfsrollade het perspectief in haar schilderijen loslaat. “Vrouwen hebben moeite om zelf iets te scheppen”, noteert Otto Modersohn in zijn dagboek.

Monument

Paula Modersohn-Becker, ‘Zelfportret’, 1906. Museen Böttcherstrasse, Bremen

Darrieussecq beschrijft Paula’s gependel van en naar Parijs, haar in haar dagboek beschreven twijfels over haar huwelijk en kinderen, bespiegelingen over vrijheid, en, vanuit het heden, de afwezigheid van vrouwelijke kunstenaars in het Louvre, toen. Ze kijkt open naar de schilderijen. Paula schildert andere vrouwen en zichzelf naakt. Hoe onvoorstelbaar het ook klinkt, het is voor de eerste keer dat een vrouw zichzelf naakt schildert. “Vrouwen die eindelijk naakt zijn: ontbloot van de mannelijke blik”, schrijft Darrieussecq. Bovendien schildert Paula ook échte baby’s, echte kinderen – precies zoals Darrieussecq de geboorte van en de kraamtijd met haar eerste kind vastlegde in ‘De baby’, in een poging de clichés rond het prille moederschap te doorbreken.

Achttien dagen na de geboorte van haar dochtertje Mathilde overlijdt Paula in Worpswede in 1907. Een jaar later schreef Rilke zijn ‘Requiem für eine Freundin’. Meer dan een eeuw later heeft deze vriendin er met dit boek nu een persoonlijk, indrukwekkend monument erbij.

Marie Darrieussecq, ‘Hier zijn is heerlijk. Het leven van kunstschilder Paula Modersohn-Becker’. Vertaling Mirjam de Veth. Arbeiderspers: 160 blz., 18,99 euro


Posted

in

,

by