Jeff Wall: de muur van beeld

 

Gepubliceerd in Trouw, 14 maart 2014
Gepubliceerd in Trouw, 14 maart 2014

Jeff Wall maakt sinds de jaren tachtig enorme geënsceneerde foto’s, gebaseerd op scenes die hij zelf gezien heeft. De eerste fototentoonstelling in het verbouwde Stedelijk is aan zijn werk gewijd.

‘Wat is er nou zo bijzonder aan deze foto’s?’ vroeg een vriendin me in het Amsterdamse Stedelijk Museum. ‘Alles!’ had ik willen uitroepen, ‘je weet toch, het is Jeff Wall!’ Jeff Wall is de bijna-heilige kunstenaar voor foto- en kunsthistorici, geboren in 1946 in Canada. De schilder onder de fotografen, die de fotografie in een heel nieuwe dimensie bracht. Anders dan de foto’s van Ed van der Elsken of Walker Evans (klein, zwartwit, documentaire, fotoboeken), of als de foto’s die modernistische kunstenaars gebruikten ter illustratie van een idee (onscherp, kleur, willekeurige composities), is Jeff Wall de man van de grote lichtbakken met perfect uitgelichte foto’s, waarmee hij de kunstwereld sinds de jaren tachtig verbaasde. Uberperfect, want alles is goed belicht, haarscherp, gecomponeerd, uitgedacht, soms apart erin geplaatst met Photoshop, en daarom een explosie van beeld, waar je ogen tekort komt. Op de foto’s staan situaties die Wall zelf heeft gezien, en die in zijn hoofd bleven hangen. Die heeft hij nagemaakt als bij een filmset, met acteurs en dagenlange repetities, en inclusief, zoek ze maar, subtiele verwijzingen naar de schilderkunst (Manet, Vermeer, Courbet), fotografie (Cartier Bresson), film (Fassbinder, Besson) en literatuur (Flaubert). Ondanks dat alles lijken het in eerste oogopslag toevallige, alledaagse foto’s, waarin je, zoals mijn vriendin, weinig bijzonders ziet.
Foto’s van een jongen die uit een boom valt, een uitzicht vanuit een kamer waar een meisje de was opvouwt, een presentatie over mode uit 1910. Maar hoe langer je kijkt, hoe meer je ziet. Als een zeventiende-eeuwse genreschilder maakt Wall het alledaagse opnieuw, en krijgt elk detail een extra betekenis. Zoals Phil Spector in de jaren zestig de ‘wall of sound’ bedacht, het volle, diffuse geluid waarbij de verschillende instrumenten nauwelijks van elkaar te onderscheiden waren, kwam Wall met een muur van beelden, die pas na heel zorgvuldig kijken in afzonderlijke delen te ‘lezen’ zijn.
Het Stedelijk had Jeff Wall al jaren geleden gevraagd, en heeft hem nu dus als eerste fototentoonstelling sinds de heropening. Vijf zalen met 37 enorme foto’s, gemaakt sinds 1996 (waaronder drie nieuwe werken), die lang niet allemaal meer voor een lichtbak zijn gemaakt, hangen er prachtig.
Een minpuntje waar het Stedelijk wel vaker mee worstelt: de bezoeker die niet weet van de ‘gelaagdheid’ van de foto’s, van de technische onmogelijkheid om deze ‘perfecte’ foto’s even tussendoor te maken, en van de grote naam van Wall,wordt afgescheept een algemene introductietekst. De beelden moeten het woord voeren.
Gelukkig kunnen deze foto’s dat. Dat was uiteindelijk ook mijn antwoord aan m’n vriendin: wantrouw wat je ziet, en bestudeer elk detail. Kijk goed naar het uitzicht vanuit de kamer: is het een schilderij, of een blik op de baai, dat er later is ingemonteerd? Kijk naar foto met de tuin waar de jongen uit de boom valt: alle planten, bomen en ook de jongen, alles is haarscherp. Scherper dan je zelf ooit zult zien. En bedenk dat de foto’s schilderijen zijn van het moderne alledaagse leven. Foto’s die, heel subtiel, het alledaagse naar de eeuwigheid trekken.


by